Samenstelling Raad voor het Overheidspersoneel (ROP)

De Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (hierna de Raad) is het overlegplatform voor het voeren van:

  1. het paritaire overleg over het wijzigen of vervangen van de pensioenovereenkomst, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Wet privatisering ABP.
  2. het tripartite overleg tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, sectorwerkgevers[1] en centrales conform artikel 46e Wet op de ondernemingsraden (WOR) over de uitoefening van de bevoegdheden die artikel 46d WOR aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toekent.

Er is sprake van een jaarlijks wisselend voorzitterschap van de ROP.

Secretaris: N.Ph. Geelkerken
Secretariaat: mw. mr. Z. Fatehmahomed, 06 225 966 84, z.fatehmahomed@caop.nl

Overlegpartners

De sectorwerkgevers, bedoeld in artikel 1, onder q, van de Wet Privatisering ABP, te weten:

  1. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Rijk;
  2. de Staatssecretaris van Defensie, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Defensie;
  3. de Minister van Justitie en Veiligheid, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Politie;
  4. de Minister voor Rechtsbescherming, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Rechterlijke Macht;
  5. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Gemeenten;
  6. het Interprovinciaal Overleg (IPO), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Provincies;
  7. de Vereniging Werken voor Waterschappen (VWVW), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Waterschappen;
  8. de Vereniging Universiteiten van Nederland (UNL), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Wetenschappelijk Onderwijs;
  9. de Werkgeversvereniging Onderzoekinstellingen (WVOI), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Onderzoekinstellingen;
  10. de Vereniging Hogescholen, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Hoger Beroepsonderwijs;
  11. de vereniging MBO Raad en de Stichting SBB, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie;
  12. de vereniging PO-Raad, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Primair Onderwijs;
  13. de vereniging VO-raad, hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Voortgezet Onderwijs;
  14. de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU), hierbij handelend als sectorwerkgever van het personeel dat werkzaam is in de sector Academische Ziekenhuizen,

en de centrales van overheidspersoneel, bedoeld in artikel 4, tweede en derde lid, van de Wet Privatisering ABP, te weten:

  1. de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP FNV);
  2. de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP);
  3. het Ambtenarencentrum (AC) en
  4. de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen (CMHF).